Regeringscommissaris Hamer: ‘Sociale veiligheid bij de NPO niet af’

De NPO en de omroepen hebben nog veel werk te doen om een cultuurverandering te bewerkstelligen. Dat stelt Mariëtte Hamer in haar derde reflectiebrief over de sociale veiligheid bij de publieke omroep. Hamer: “Er is een wisselend beeld. We zien zeker goede initiatieven, die ook al hun vruchten beginnen af te werpen. Tegelijkertijd zijn de plannen niet overal even sterk, en het geloof in dat het echt veilig gaat worden is zeker nog niet bij iedereen op de werkvloer aanwezig.”

Hamer is door het kabinet gevraagd te reflecteren op de ontwikkelingen die zijn ingezet sinds de commissie Van Rijn (Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen) kwam met het onderzoeksrapport ‘Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan’ in februari van dit jaar. Sindsdien kwamen eerst de NPO en daarna de omroepen met een plan van aanpak, die voor deze reflectie allemaal zijn ingezien door de Regeringscommissaris. Daarnaast sprak ze met mensen van verschillende omroepen en uit verschillende lagen van de organisaties.

Op de agenda blijven

Hamer maakt zich zorgen over de urgentie waarmee wordt doorgewerkt aan dit onderwerp: “De NPO staat aan de vooravond van een gigantische bezuiniging. Daardoor kan het onderwerp sociale veiligheid makkelijk in de verdrukking komen. Maar dat mag niet gebeuren: de NPO en alle omroepen moeten blijven handelen met de urgentie die werd gevoeld bij de presentatie van het rapport. Werken aan een sociaal veilige publieke omroep is geen kwestie van een afvinklijstje: het is een continu proces waarin je steeds moet evalueren en bijsturen.”

Kwaliteit van de plannen

Over de kwaliteit van de plannen zegt Hamer: “Zoals te verwachten valt, hebben de grotere omroepen vaker hun plannen of onderdelen daarvan beter uitgewerkt. Daarin ligt dan een analyse ten grondslag aan de maatregelen en zijn duidelijke, meetbare doelen gesteld.” Hamer vindt het belangrijk dat alle omroepen daaraan blijven werken: “Een goed onderbouwd plan werkt in positieve zin door op de werkvloer: er is meer draagvlak voor en medewerkers zien dat de sociale veiligheid serieus genomen wordt door de leiding. Het zou daarom goed zijn als de omroepen van elkaar leren.” In het advies geeft Hamer veel adviezen over hoe de omroepen kunnen werken aan de omgangscultuur, de organisatiestructuur en het systeem van klachten en meldingen. Dit zijn de pijlers voor sociale veiligheid en het tegengaan van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.

Herstel van vertrouwen

Hamer stelt dat er op veel plekken een gebrek aan vertrouwen of zelfs wantrouwen heerst onder medewerkers, vooral doordat eerdere beloften niet altijd werden nagekomen en veranderingen oppervlakkig bleven. Dit wordt volgens Hamer versterkt door de berichten in de media over casussen bij omroepen zoals WNL, Ongehoord Nederland en de NTR. Hamer: “Dat er nog steeds nieuwe gevallen naar buiten komen is een gevolg van het feit dat mensen zich gesterkt voelen om zich uit te spreken. Maar het nieuws erover ondermijnt in algemene zin het vertrouwen in bestuurders en toezichthouders. Dit raakt de mensen bij de betreffende omroepen, maar ook daarbuiten.”

Sociale veiligheid topprioriteit bij hervorming NPO

Sociale veiligheid zou volgens Hamer een topprioriteit moeten zijn bij de hervorming die voor de NPO op stapel staat. De wijze waarop het omroepbestel nu is georganiseerd staat het slagen van de cultuurverandering in de weg. Zo zorgt de wijze waarop de programmering nu tot stand komt voor grote onzekerheid bij omroepen, bijvoorbeeld over of ze medewerkers in dienst kunnen houden. Er zijn nog steeds veel zzp’ers en tijdelijke contracten. Dit maakt medewerkers afhankelijker van hun leidinggevenden, waardoor zij het moeilijk vinden om melding te doen van grensoverschrijdend gedrag of zich uit te spreken als omstander.” Hoe moeilijk het is om je uit spreken, ziet Hamer overigens ook bij medewerkers met vaste contracten.

Toezicht

Ook beveelt Hamer aan om te kijken naar de wijze waarop het toezicht op de sociale veiligheid van omroepen is georganiseerd. Zij ziet een belangrijke rol voor de raden van toezicht van de omroepen en externe toezichthouders. Hamer: “In de praktijk blijkt dat de raden van toezicht dit niet altijd oppakken of hiervoor onvoldoende zijn toegerust. Een actieve betrokkenheid van hen bij zowel de gezamenlijke aanpak, onder coördinatie van de NPO, als bij de eigen aanpak is echter noodzakelijk. Het blijft belangrijk daarover met elkaar afspraken te maken. Ook moet er meer helderheid en transparantie komen over de rolverdeling tussen de externe toezichthouders – het Commissariaat voor de Media en overheid – en de NPO, die de aanpak van sociale veiligheid coördineert.”